Opgestaan om 7.00u en gedoucht. Continental Breakfast gegeten in het hotel. Gewoon Frosties genomen met fruitsap en koffie. Daarna nog snel geprofiteerd van gratis internet om nog een e-mail te sturen naar een collega van het werk.
Om half negen zijn we vertrokken naar Mono Lake. Daar hebben we de South Tuffa Area bezocht (inkom 3 USD per persoon). Al die tuffa’s waren wel knap. Tuffa’s zijn opgebouwd uit calcium en koolstof uit het meer en zijn tevoorschijn gekomen toen het waterpeil zakte omdat LA in het verleden veel water uit het meer gepompt heeft. Daardoor is het meer nu meer dan de helft van zijn volume kwijt maar er wordt nu wel aan gewerkt om het waterpeil terug te doen stijgen. Aan de oever van Mono Lake zaten miljoenen kleine zwarte vliegjes. Ze vormen een zwarte rand rond het meer. Het was wel leuk om er door te lopen want dan vliegen er heel veel op maar ze vallen je niet lastig, ze vliegen van je weg. Aan de oever zitten ook vogels die die vliegjes opeten.
Daarna zijn we naar Bodie gereden, een spookstad. Om daar te geraken moesten we wel 4 km over een zandweg rijden. Van de verhuurmaatschappij mocht dat eigenlijk niet maar we hadden geen zin om dat te voet te doen dus zijn er toch maar over gereden. Bodie is een goudzoekersstadje en toen er geen goud meer te vinden was is iedereen er gewoon vertrokken en hebben ze alles achtergelaten. Op zijn hoogtepunt woonden er 10.000 mensen in Bodie (op één jaar tijd van 25 naar 10.000 personen). Verschillende branden hebben dit stadje verwoest maar sommige delen zijn wel opnieuw gebouwd. Het stadje had een slecht reputatie, elke dag zou er wel iemand doodgeschoten zijn. Nog maar 5% van het oorspronkelijke stadje staat nog recht. Het was wel indrukwekkend om erdoor te lopen. In de meeste huisjes stond nog al het meubilair bedekt met een dikke laag stof. Je mag niet in de huisjes binnengaan maar je kan wel door de ramen kijken. Het gebied rond de sawmill is wel afgesloten omdat het daar te gevaarlijk is. We hebben er ongeveer anderhalf uur rondgezworven en toen hebben we in de auto geluncht. Nog maar eens sandwiches met choco.
Rond half twee zijn we vertrokken naar Yosemite National Park. Onderweg zagen we een doodgereden hert naast de weg liggen. De bordjes langs de weg die waarschuwen voor herten die de weg oversteken staan er dus niet voor niets. We reden het park binnen via de Tiago Pass. We konden nog sneeuw zien liggen op de hoogste bergtoppen. We komen weer in een totaal andere begroeiing terecht. Alles dicht bebost met prachtige meertjes en stroompjes ertussenin. Tolumne Meadows dus, een soort sub alpine gebied. Een mooi en uitgestrekt gebied. Dan hebben we onze eerste hike gedaan in dit park: Tolumne Grove of Giant Sequoias. Na een afdaling van 200 m (redelijk steil) kwamen we bij een groepje Sequoia bomen. Het zijn de grootste levende organismen op aarde. Sommige kunnen meer dan 120 m hoog worden (even hoog als de kathedraal van Antwerpen). De stam heeft ook een serieuze doorsnede.
We zijn ook de Tunnel Tree tegengekomen, een boom waarin ze een gat gemaakt hadden om de postkoets door te laten rijden. We zagen ook een boom die door zware sneeuwval in de winter in 1983 omgevallen is en die zag er nog steeds enorm uit. Aan de doorsnede van de boom konden we zien dat de boom al verscheidene bosbranden overleefd heeft. Na een vermoeiende tocht terug naar boven (eigenlijk viel het nog mee, ik had het erger verwacht) zijn we doorgereden naar ons hotel in Mariposa, een dorpje vlakbij het park. Onderweg zagen we een bosbrand die door rangers aangestoken was om het bos vruchtbaar te houden. We verbleven terug in een Best Western. ’s Avonds begon ik serieus last te krijgen van mijn maag dus heb ik maar wat Motilium genomen. Dan zijn we boodschappen gaan doen en dan op zoek naar iets om te eten. Het eerste restaurantje waar we stopten bleek om acht uur te sluiten en het was iets voor acht dus we mochten niet meer binnen. Dan maar op zoek naar iets anders en uiteindelijk in Burger King beland. Het personeel werkte daar duidelijk tegen hun zin en we werden er zowat buitengekeken. In grotere stadjes is het leuker om te gaan eten. Om 21.30u zijn we in bed gekropen.
|