We zijn weer om half zeven opgestaan. Het zal een drukke dag worden. We moeten een enorme afstand afleggen, de langste van de reis. We hebben ons rustig klaargemaakt, ontbeten op de kamer. Dan zijn we ons continental breakfast gaan halen (dat stelde niets voor: een koffiekoek, een Cherry Danisch, en een drankje). De koffiekoek hebben we bijgehouden voor in de auto. Nog snel even ijs gaan halen voor de frigobox en dan uitgecheckt. Toen vertrokken naar de West Entrance van Joshua Tree National Park. Onderweg hebben we nog getankt want de tank was half leeg en we willen hartaanvallen vermijden doordat we geen benzine zouden vinden. Maar we wisten eigenlijk niet zeker welke benzine er in onze tank moest. We hebben dat dan maar aan de man van het tankstation gevraagd en het bleek regular te zijn (had ik anders ook wel gegokt want dat was de goedkoopste en het was toch maar een huurwagen). Dan het volgende probleem: ik kreeg de dop van de benzinetank niet open. Na heel wat gesleur, getrek, gedraai, … 5 minuten later toch open gekregen maar daarna wist ik niet meer hoe ik dat nu precies gedaan had. Getankt, wisselgeld gaan halen en doorgereden.
Rond half tien aangekomen aan West Entrance waar we een National Park Pass gekocht hebben voor $ 50 (daarmee kan je in alle nationale parken binnen en dat komt een heel stuk goedkoper uit). Daarna doorgereden om onze eerste wandeling te doen (Wall Street Mill). Ondertussen al een paar keer gestopt om foto’s te nemen van de Joshua Trees en die rare rotsbergen die op op elkaar gestapelde rotsen leken, nog nooit zoiets gezien. Wel heel knap. Dan de wandeling gedaan maar die was redelijk slecht aangeduid. Alles leek wel het juiste pad te zijn. Af en toe vonden we wel een paar stenen die we moesten volgen. De tweede helft was een heel stuk beter aangeduid. Er was verbazingwekkend veel leven in deze woestijnachtige omgeving. Veel salamanders en eekhoorntjes en kleine padden gezien. Maar ik durfde echt niet te ver van het pad afwijken. Ik had niet naar die folder mogen kijken waarin stond dat hier tarantula’s, ratelslangen, coyotes etc zaten. (Uiteindelijk hebben we het toch overleefd)
Na deze wandeling zijn we doorgereden naar Keys View. Op de weg ernaartoe zagen we duidelijk schade van de overstromingen eerder dit jaar, die een aantal wegen in dit park weggespoeld hebben. Op Keys View zelf hadden we een heel mooi uitzicht. Maar er hing heel wat smog in de vallei, afkomstig van L.A. dat toch al een paar 100 km hiervandaan ligt. Daarna zijn we doorgereden naar de North Entrance en we hebben het park rond 12 uur verlaten. Onmiddellijk doorgereden naar onze volgende bestemming. Onderweg kwamen we in een duidelijk armere “wijk” terecht: veel vuile huizen en trailers naast de weg, alles zag er enorm verwaarloosd uit. Na ongeveer 45 minuten rijden was de weg plots afgesloten door werken en dit was nergens vooraf aangekondigd of zo. Dus we moesten helemaal terugrijden want er waren geen andere wegen in de buurt volgens onze kaart. Maar na 10 minuten kwamen we toch een weg tegen en die zijn we dan maar ingedraaid.
Een hele tijd hadden we geen idee waar we zaten tot we het uitgedroogd meer Bristol tegenkwamen. Dat was wel knap. Het meer lag aan het stadje Amboy (zag er redelijk belangrijk uit op de kaart en we wilden graag een sanitaire pitstop houden en eten). Maar het stadje was volledig uitgestorven en het was er enorm heet. Dat hadden we natuurlijk wel kunnen verwachten aangezien we door woestijngebied aan het rijden waren. We hebben dan maar in de wagen geluncht want buiten was het veel te warm. Ondertussen hadden we onze route aangepast. We waren te ver moeten uitwijken en zouden een paar 100 km moeten rondrijden om terug op de oorspronkelijke route te geraken. Dus zijn we naar de autosnelweg gereden om toch wat tijd goed te maken. Ondertussen had ik de cruise control ontdekt. Wat een zaligheid, zeker op deze wegen (zat hier altijd alleen op de baan).
Ter hoogte van Kingman hebben we een stuk van de oorspronkelijke route 66 gereden. Dat was eigenlijk een gewone weg, er was niets speciaal te zien. We zijn er wel veel moto’s tegengekomen, voornamelijk Harley’s. We hebben ook een aantal heel lange treinen gezien. In de buurt van Hackberry vonden we een plek waar heel wat nostalgische dingen verzameld waren. Het landschap was wel heel mooi, van rotsachtig naar wat groene bosjes naar een soort teletubbieland (groene grasheuvels). Overal hadden we een mooi uitzicht dus het was de omweg wel waard.
Rond 19.00u zijn we in ons hotel aangekomen. Er bleek een vergissing gebeurd te zijn met de reservering. We stonden geboekt voor één maand later (op onze papieren was wel alles goed ingevuld), maar er was nog plaats dus geen probleem. Daarna zijn we gaan eten in Hog’s Restaurant. (We wilden eerst ergens anders gaan eten maar daar stonden ze tot buiten aan te schuiven en dat zagen we niet echt zitten.) De kok bleek een beginneling te zijn en ons eten was mislukt dus hij moest helemaal opnieuw beginnen. Ter compensatie zouden we gratis dessert krijgen maar dat hebben we nooit gezien. Het eten viel wel mee (behalve dat mijn steak verschrikkelijk taai was, ik heb de helft laten liggen). Rond 22.00u zijn we gaan slapen.
|